Wanneer u zelf het huishouden niet meer kan doen of een zinvolle dagbesteding zoekt voor uw naaste, dan kunt u bij de gemeente aankloppen voor hulp. Deze hulp valt onder de Wmo, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
Voordat ik mantelzorgmakelaar werd, heb ik in het bedrijfsleven gewerkt en veel georganiseerd en geregeld. ‘Oplossingsgerichtheid is een van mijn kernkwaliteiten!’ zeg ik weleens gekscherend. Zo ga ik ook in gesprek met mantelzorgers, op zoek naar oplossingen. Wat is er aan de hand, wat is nodig en hoe gaan we dat regelen? Wie kan de zorg en ondersteuning leveren en hoe wordt alles betaald?
”Ila, jouw probleem is dat jij denkt vanuit de cliënt. De gemeente voert de wet uit, dat is een andere invalshoek”. Dat zei een Wmo-consulent tegen wie ik mijn ongenoegen uitte over een door de gemeente voorgestelde oplossing die volgens mij niet aansloot op de hulpvraag.
De Wmo gaat uit van de eigen kracht van mensen. Daar is niets mis mee, iedereen wil tenslotte op eigen kracht leven. Waar gaat het dan fout? Voordat iemand een hulpvraag stelt, of dat nu aan mij of de gemeente is, staat het water de mensen eigenlijk al tot aan de lippen. De mantelzorgers en degene(n) voor wie zij zorgen, hebben allang hun eigen netwerk onderzocht, er gebruik van gemaakt en zijn tegen grenzen aangelopen van wat mogelijk is. Zij denken bij de gemeente een gelijkwaardige gesprekspartner te vinden in hun zoektocht naar hulp, maar ervaren dat vaak niet wat veel frustratie veroorzaakt.
Hoe werkt het? De gemeente onderzoekt uw hulpvraag tijdens een zogeheten keukentafelgesprek. De klantmanager Wmo informeert naar het sociale netwerk (mantelzorgers, familie, vrienden en buren) om te inventariseren of de hulpvraag zo kan worden opgelost. Is al nagedacht over de inzet van een boodschappendienst, tafeltje-dek-je of een vrijwilliger? Wat kan iemand nog en wat niet meer? Zo zoekt de gemeente naar de goedkoopst passende oplossing.
De vraag is echter of mozaïeken op woensdagmiddag een passende dagbesteding is voor een muzikant met niet-aangeboren hersenletsel? Of werken op een zorgboerderij voor een fotograaf die worstelt met dementie. Als dat niet zo is, wat zou het dan mooi zijn als de gemeente bereid is andere mogelijkheden te onderzoeken. Ook als voor de financiering een persoonsgebonden budget nodig is. Maar wanneer de gemeente besluit hulp toe te kennen, geniet een partij die een contract heeft met de gemeente de voorkeur boven een niet-gecontracteerde partij. Daarmee worden andere passende oplossingen uitgesloten. Dat is jammer en onnodig.
De gemeente heeft enorme problemen: er is een groot personeelstekort met maandenlange wachtlijsten tot gevolg.
Ik ben ervan overtuigd dat efficiënter werken, écht luisteren en bereid zijn om, binnen de wet- en regelgeving, naar innovatieve oplossingen te kijken, winst oplevert voor zowel gemeenten als haar burgers.
Comments